Uitgeverij De Woudezel
Recensies van Herbert Fritsche:
Samuel Hahnemann - idee en werkelijkheid van de homeopathie


Arjen Pasma, januari 2023:

"Sapere Aude"
Controverse rondom een geneeskunst


Op 25 oktober 2013 stond ik voor nummer 26 in de Rue des Saints Pères in Parijs waar in 1835 Madame Melanie d'Hervilly – Gohier woonde, een vrouw uit aristocratische kringen, opgeleid in wetenschap en kunst en een verdienstelijk schilder. In oktober van het jaar daarvoor was zij afgereisd naar Köthen, iets noordwest van Leipzig, om zich te laten behandelen voor pijn in haar buik door een arts wiens faam tot Parijs was doorgedrongen. Ik stond daar, bekeek de gevel en zag wat ik zocht. Aan de overkant van de straat was er de drukte van tientallen jonge mensen die een gebouw in en uit liepen. Ik las: UNIVERSITÉ de PARIS, FACULTÉ de MÉDECINE. Ik aarzelde even, stak de straat over en liep op een willekeurig groepje studenten af, stelde me voor en zei: "Wanneer je ooit, in je studie of later in je werk, teleurgesteld bent over wat je kunt met je vak, kom dan hier terug, lees de naam op dat bordje aan de gevel bij nr. 26 aan de overkant en lees over de man die daar op 21 juni 1835 ging wonen. Lees over zijn leven en zoek uit hoe hij patiënten behandelde. Kans dat de vreugde in je werk terugkeert is groot." Het groepje studenten keek mij vol onbegrip aan, ik wenste hen een goede dag en vervolgde mijn reis.

Gevelbord
32 jaar eerder, in 1981, zat ik, na een duistere en verdrietige periode in mijn leven, opnieuw in de schoolbanken. Ik had mezelf bijeen geraapt en begon aan een opleiding. Ik voelde me niet meer thuis in mijn vak als onderwijzer, en – wonderlijk toeval – tijdens een nachtuitzending op de radio hoorde ik van een school waar je opgeleid kon worden tot natuurgeneeskundige met vakken als voeding, iriscopie, massages, homeopathie en natuurlijk ook het hele medische pakket. Diezelfde week las ik in een dagblad dat er zo'n school was in Hilversum. Ik meldde me daar en begon aan een dagopleiding van vier jaar. Eigenlijk geen idee wat het me zou brengen. Tijdens het derde college homeopathie, ik vergeet het nooit meer, schoot het door me heen: "Als het mogelijk is dat ik dít kan leren, wat zou het dan prachtig zijn als ik dit vak zou kunnen uitoefenen in Afrika. De voordelen zijn legio: veel moet kunnen en wat je nodig hebt past in een rugzak en de medicijnen kosten vrijwel niets." Het zou tot 2008 duren voordat het zover was en mijn reizen naar Kenia en Malawi hebben mij niet teleurgesteld. Ik heb gekregen wat ik wenste en meer dan dat. Ik kon het leren, zij het met een enorme investering in tijd en doorzettingsvermogen, maar ik heb ervaren dat die man wiens naam op dat gevelbordje in de Rue des Saints Pères vermeld staat, mij niet heeft teleurgesteld: 'Samuel Hahnemann, fondateur de la médecine homéopathique'. Ik ben het geworden: homeopaat. Wat dat is, een homeopaat, zal ik in dit reisverslag uitleggen.

Begin van een drietal reizen
In 2005 werd wereldwijd en ook in Meissen, in de buurt van Dresden, de 250ste geboortedag van Samuel Hahnemann herdacht en mijn vrouw Joyce, ook homeopaat, en ik wilden dat graag meemaken in zijn geboortestad, alwaar veel evenementen gepland stonden. Het was het begin van drie lange reizen door geheel Duitsland. Na de Städtische Lateinschule en de Landesschule (gymnasium) in Meissen verhuisde Samuel naar Leipzig en begon de studie geneeskunde aan de universiteit aldaar. Het was het begin van een schier eindeloze reeks van verhuizingen. Het verhaal van het leven van deze man is zo bijzonder dat alleen al het lezen van biografieën over hem je doet verlangen naar een film die bol zal staan van 'toestanden' met als slotstuk drie woonadressen in Parijs, getrouwd en wel, met de bewoonster van nr. 26 in de Rue des Saints Pères. Hij is dan 80 jaar, weduwnaar sinds 1830 en zij is geboren in het jaar 1800, 34 jaar. Twee dochters van Hahnemann die tot dan toe zijn huishouden verzorgen, verdragen haar niet in het huis in Köthen. Melanie gaat niet weg. Hahnemann koopt daarom voor zijn dochters het huis 'nextdoor'. Het tumult is niet van de lucht.

Met de buscamper door Duitsland
Nadat wij het grootste deel van ons werkzame leven achter de rug hebben, gaat een eenvoudige buscamper ons brengen naar vrijwel alle woonadressen van deze toegewijde arts, verspreid over Duitsland, van Dresden tot Hamburg, meer dan 30 adressen. Wij willen zien hoe die woonplekken er nu uitzien, of de huizen nog bestaan en wat we in die huizen nog aantreffen. En ja, dat is gelukt. We zijn in een paar prachtige woonhuizen geweest mét de sfeer van deze arts, die de tweede druk van zijn meest basale werk de titel 'Organon der Geneeskunst' gaf. Deze titel is al controversieel: homeopathie is geen geneeskúnde, maar geneeskúnst. Je vindt het mooi of niet, maar laat er geen wetenschappelijk onderzoek op los: het doet afbreuk aan wat het is en bovendien lukt het niet om wetenschappelijke onderzoekers tevreden te stellen. Wetenschappelijke lijnen passen er niet op. Niet doen. In die drie reizen, Parijs is de laatste tot nu toe, zijn we bijna overal geweest. Er ontbreekt er nog één, een vroeg 'uitstapje' van Hahnemann naar Hermannstadt in Transsylvanië, het tegenwoordige Roemeense Sibiu. Of dat er ooit nog van komt? In Sibiu is een museum voor homeopathie, dus het trekt wel.

De dokter krijgt ruzie
Na zijn studie geneeskunde is Hahnemann bijzonder teleurgesteld over wat hij met patiënten moet doen, want waar ze ook aan lijden, hij moet vooral bloed laten stromen (aderlaten totdat alle leven eruit gevloeid is), en zeer belastende therapieën toepassen. Hij ziet na korte tijd af van het artsenwerk en verdient zijn geld als vertaler van velerlei boeken op allerlei, vooral ook chemisch, terrein. Vanaf het moment dat hij in Stötteritz zijn 'ontdekking' omtrent de 'reeksen van symptomen' doet, wordt de controverse tussen wat hij gevonden heeft en gaat toepassen en de collega-artsen zeer groot. Bovendien wil Hahnemann zijn medicijnen zelf bereiden, hetgeen op sterk verzet van de apothekers stuit. Zij worden beschermd door hun gilde. De conflicten met overheden, universiteiten en collega's komen tot een hoogtepunt wanneer hij na vele omzwervingen een leerstoel bekleedt in Leipzig tussen 1811 en 1821. Teleurgesteld en moe gaat hij naar Köthen, mag daar werken en zijn eigen medicijnen maken, schrijft zijn boeken en wordt geraadpleegd door patiënten vanuit geheel Europa. Zijn vrouw Henriëtte Küchler (ze krijgen 11 kinderen) overlijdt in 1830 na een zorgelijk leven, waarna er relatieve rust op Samuels oude dag heerst: twee dochters zorgen voor hem. De komst van Melanie in oktober 1834 werkt uit als een bom, hij geniet van haar en zij van hem, ze trouwen in januari 1835 en een paar maanden later komt de postkoets aan in de Rue des Saints Pères in Parijs. Hahnemann werkt daar nog 8 jaar heel hard en overlijdt op 88 jarige leeftijd. 'Zijn' homeopathie is dan al verspreid door geheel Europa en Noord-Amerika.

De kern van het vak
Wat maakt homeopathie nu zo bijzonder? Vanaf het moment van zijn ontdekking heeft Hahnemann gezien dat van ziekte niets anders te zien is dan een reeks van symptomen en verschijnselen die uniek zijn voor iedere afzonderlijke zieke. Door testingen van vele medicijnen heeft hij gezien dat het resultaat van die proefnemingen ook reeksen van symptomen en verschijnselen opleveren. Je kunt die reeksen noteren en ze zijn eigen en uniek voor de stof die de basis is van de proefneming. Die is gedaan voor vele duizenden stoffen en vastgelegd in de literatuur. Voor de behandeling van een zieke wordt gezocht naar een overeenkomst tussen de reeks van symptomen van deze zieke met een reeks van symptomen van de beschikbare medicijnen (duizenden). Het Repertorium dat de tegenhanger is van deze volumineuze medicijnbeschrijvingen is behulpzaam om de 'matching' tussen beide reeksen vast te stellen. Een belangrijke bijkomstigheid is dat daarbij zeer karakteristieke, bijzondere symptomen van goot belang zijn en vrij snel een keuze kunnen bevestigen. Een voorbeeld: een kokhalzende hoest (desnoods met overgeven) dagelijks terugkerend om 23.30 uur leidt per definitie tot de keuze voor Coccus cacti. Het moge bizar klinken, maar dit is wat ik talloze malen meemaakte. Soms is zijn de reeksen lang, soms kort. Kwaliteit van de reeks (het karakteristieke) is belangrijk. Wanneer de patiënt (nog) voldoende vitaliteit bezit en de matching is optimaal, zál de patiënt genezen.

Melanie begraaft haar mannen
Voorafgaande aan onze reizen lazen we een drietal biografieën over Samuel Hahnemann, zodat wat wij zouden zien ons niet zou 'overvallen' en we enigszins wisten wat we zouden aantreffen. We lazen van Trevor M. Cook: Samuel Hahnemann Biografie, van Rima Handly: A Homeopathic Love Story, en uiteraard voor de details het boek van Richard Haehl: Samuel Hahnemann, His Life & Work. Uiteraard waren we op Cimétière Montmartre, waar Melanie in 1843 haar Samuel voegde bij twee andere mannen die in haar leven van groot belang waren, haar vriend in de kunsten, Louis Gohier, overleden in 1830, en Guillaume Léthière, de schilder die haar het vak leerde (1832). Aan het eind van de 19e eeuw werd geld ingezameld voor een eigen graf voor Samuel Hahnemann op de begraafplaats Père Lachaise alwaar ook Melanie (overleden in 1878) werd bijgezet. Haar naam staat niet op het grafmonument vermeld. Wel staat haar getekende beeltenis op het graf en er liggen altijd bloemen. Het graf wordt dagelijks bezocht door homeopaten uit de gehele wereld.

Niet praten: "Doen!"
Het is ruim 40 jaar geleden dat ik begon met het vak van de homeopathie. Geen dag ging voorbij dat ik in mijn hoofd niet bezig was met het vergelijken van reeksen van symptomen, zowel bij patiënten als ook door het lezen in de 'Materia Medica' en puzzelen in het Repertorium. Ondertussen behandelde ik duizenden patiënten in Nederland en Afrika en altijd maar op de achtergrond die man, die man die het als bij wonderlijk toeval tijdens een proefneming aan zichzelf zag voltrekken en het wonder uitwerkte tot een systeem, tot een kunst, een kunst die te leren is. Tijdens één van onze reizen met de camper, we waren in Portugal, sprak ik met een kernfysicus over de essentie van mijn vak. Hij stelde mij de beste vragen die je aan een homeopaat kunt stellen en ik vertelde. Aan het eind van de middag zei hij tegen mij en ik zal het nooit meer vergeten: "Arjen, over homeopathie moet je niet praten. Je moet het doen!" Daarom ga ik nooit meer in discussie over mijn vak. Ik wil het uitleggen, maar niet verdedigen. Het levert mij alleen maar hoon op en kwalificaties die ik niet wil horen.

Herbert Fritsche
Een paar maanden geleden stuurde een verstaalster/uitgeefster, Elke Bußler, mij de biografie van Samuel Hahnemann, geschreven door Herbert Fritsche. De titel: 'Samuel Hahnemann, Idee en werkelijkheid van de homeopathie'. De oplage bedraagt 1.000 stuks en ik kreeg nummer 372.

Sapere Aude
Drie lange reizen hebben we gemaakt om (cliché) te treden in de voetsporen van de man die je wel 'kampioen overwinnen van tegenslagen' kunt noemen. Die lange lijst van woon- en werkplekken, overal zijn we geweest, van het prachtige huis in Torgau, waar hij de eerste uitgave van zijn Organon schreef, het huis in Köthen, zeer goed bewaard gebleven, inclusief de praktijkruimte, het gymnasium in Meissen met in de tuin de verborgen steen die vroeger boven de poort van het 'oude gebouw' te zien was met als opschrift 'Sapere Aude': heb het léf te stáán voor je overtuiging, hoe controversieel die ook moge zijn. Hahnemann koos dit als motto voor zijn gehele werkzame leven en vermeldde het in zijn 'Organon der Geneeskunst'. Al die plaatsen kwamen weer voorbij toen ik het boek van Herbert Fritsche las. Nu, na al die jaren gewerkt te hebben, begrijp ik het leven van Hahnemann steeds beter en begrijp ik zijn talloze verhuizingen, Henriëtte en de kinderen in de hotsenknotsende postkoetsen meenemend. Herbert Fritsche heeft zich buitengewoon goed ingelezen in alle facetten van de homeopathie en Hahnemanns leven en zet een prachtig tijdsbeeld neer. Hij beschrijft het 'woedende leven' van een man in een 'woedende tijd' in Europa en deze man overleeft perioden van controverse, van oorlog en cholera en heeft een antwoord op wat zijn patiënten hem voorleggen. Op 2 juli 1843 is zijn lichaam (88 jaar oud) óp en hij overlijdt, een enorm oeuvre achterlatend. De ietwat gezwollen taal (Fritsche schrijft in een wat ouderwetse Duitse stijl en die stijl blijft 'heel' in de perfecte vertaling) verhinderde mij niet, toen ik er aan gewend raakte, om het boek als een spannende roman te lezen met steeds maar die beelden in mijn hoofd, beelden in Meissen, lopend van zijn geboortehuis, langs de Frauenkirche, de 'berg' op naar de Freiheit waar de Landesschule St. Afra (het gymnasium) gelegen was, de prachtige huizen in Torgau en Mölln, zijn dagelijkse loopje langs de Frauenkirche in Dresden, hij 'moest' er langs op weg naar de bibliotheek waar hij zoveel vertaalwerk verrichte. Ik vond het boek prachtig. Ik vertelde Joyce wat ik las en wij maakten weer plannen om de reizen opnieuw te maken. Weer naar het sanatorium waar hij Herr Klockenbring behandelde voor een tertiaire syfilis en psychiatrische klachten (allemaal keurig gedocumenteerd, inclusief het succes van de behandeling).

De behandeling wordt betaald, het medicijn is gratis
Fritsche neemt je mee in details omtrent de frustraties van deze grote geneeskunstenaar, legt steeds weer in detail het belang van reeksen van symptomen (bij patiënt en van het medicijn) uit en laat zien hoe het verliep in de controverse met Leipziger artsen die niet wilden of durfden na te doen wat Hahnemann deed en bij wie hun vooroordeel hen voor de voeten liep zodat ze nooit konden zien wat de essentie van de kunst was/is. Vandaag is het niet veel beter: "Dat verdunde water kan niet werken." De druk op mijn vak is zeer groot, aan de medicijnen is nauwelijks iets te verdienen en de pHARMaceutische industrie heeft onder aanvoering van de rijksten der aarde een systeem opgetuigd waarbij zieken tot hun laatste dagen grof blijven betalen voor hun behandeling waarvan zij niets beter worden. Geen patiënt betaalt mij voor een gekozen medicijn. Ik citeer (p. 423): "Ten slotte is het belangrijk dat de zieke het geneesmiddel rechtstreeks als gift uit de hand van de genezer ontvangt: geneesmiddelen zijn te edel om over de toonbank te mogen worden versjacherd", aldus Arthur Lutze die als navolger van Hahnemann in Köthen een groot ziekenhuis voor homeopathie stichtte. In 1870 overleed ook deze grote geneeskunstenaar en Köthen rouwde.

Neem de tijd en lees
Voor wie is dit boek bedoeld? Allereerst voor de geïnteresseerde leek die wil weten hoe in de loop van Hahnemanns leven zijn kunde tot een kunst evolueerde. Een kunst die te leren en toe te passen is. Op de site van de uitgever lees je meer informatie over dit boek dat overigens prachtig verzorgd is: een aanwinst. Als je goede ervaringen hebt met homeopathie en je wilt je homeopaat een groot plezier doen, dan is dit boek een prachtig cadeau. Hij/zij zal de eigen struggle bij de behandeling van patiënten leggen naast de struggle van Hahnemann en moed putten om nooit op te geven en die vele momenten van 'matching tussen de reeksen' koesteren als pareltjes van een lange ketting van dankbare patiënten. Wie wil lezen over de ontwikkeling in de beginjaren van dit vak, gezien in het kader van de Europese geschiedenis rondom het scharnierpunt 1800, zal tv en Facebook vergeten: je krijgt uitgelegd hoe je de essentie van het leven kunt waarnemen, hoe je de essentie van ziekte kunt zien en hoe je een optimale bijdrage voor patiënten kunt leveren. Keer op keer legt Fritsche het heel duidelijk uit aan de hand van het leven van de meester die het werd door het te doen. Wen aan de (soms wat ouderwetse) taal in het boek. Houd 60 bladzijden vol en daarna zal het boek te snel naar je zin uit zijn. Herbert Fritsche overleed in 1960. Het zou nog 21 jaar duren voordat ik voor de eerste keer over die man hoorde: Samuel Hahnemann. Daarna ging er geen dag ging meer voorbij dat ik niet aan hem dacht. Ik wens je veel genoegen en een goede gezondheid.

Arjen Pasma


Terug naar boven


Marja Roozendaal, oktober 2008:

Zoals waarschijnlijk velen, heb ik het nieuw verschenen bovengenoemde boek besteld.
Getroffen door de tekst op de omslag van het boek, die ik de daarmee niet bekende lezer niet wil onthouden, vind ik dat ik hier de aandacht op moet vestigen.

Ik citeer:
“Bijna iedereen kent tegenwoordig het begrip ‘homeopathie’- maar wat het precies inhoudt is minder bekend.

Wie beseft er vandaag de dag nog dat met de homeopathie voor het eerst in de geschiedenis een wetenschappelijke methode voor het vinden en toepassen van geneesmiddelen werd ontwikkeld?

En dat de arts die deze weg is gegaan, één van de meest vooraanstaande chemici van zijn tijd was en een pionier op verschillende gebieden van de geneeskunde, zoals psychiatrie en diëtiek?
Dat hij zijn nieuwe methode op een streng rationalisme heeft gegrondvest, alvorens deze, na vele jaren onvermoeibaar werken, tot kunst te verheffen?

Hahnemann heeft er duur voor betaald. Extreme armoede, rondgedreven worden van de ene plaats naar de andere, onbegrip, eenzaamheid – gedurende tientallen jaren was dat zijn lot. Totdat zijn leven op zijn tachtigste een ongelooflijke wending nam….
Alleen omdat geen enkele prijs hem te hoog was, omdat hij geen millimeter afweek van de weg die zijn trouw aan zichzelf hem voorschreef, was hij in staat om te vinden wat de geneeskunde vóór hem miste.”

Fritsche beschrijft in deze biografie niet alleen het leven van Hahnemann, maar tegelijkertijd, zoals hij zegt, de geboorte van de Homeopathie…..


De geboorte van de homeopathie? Tegelijk met de verschijning van dit boek gaan er berichten rond, dat de homeopathie ten dode opgeschreven is. Hoe tegenstrijdig!

Wanneer ik bovenstaande beschrijving lees besef ik opnieuw dat Hahnemann in staat was zijn eigen belangen ondergeschikt te maken aan het doel van zijn leven; de homeopathie.
Een overstijgend, dienend doel; de homeopathie. Dienend aan de wereld, aan de mensheid, aan het leven.
Een levenshouding waar we als mens een voorbeeld aan kunnen nemen. Was dat wat hij bedoelde met § 9 van het Organon?

Zéker, want daarmee zitten we gelijk in het gebied van gezondheid en ziekte. “……voor de hogere bedoelingen van ons bestaan.”

De ethiek van Hahnemann siert zijn persoon. Zijn eigengereidheid maakte dat hij het doel kon blijven dienen. Het vermogen, zijn wellicht mogelijk aanwezige eigenbelangen, te overstijgen brengt het ideaal wereldwijd.

Innerlijke rijkdom dus, in ernstig armoedige omstandigheden.
Innerlijke trouw aan datgene wat hem te doen stond, waarbij geen prijs te hoog was, maakte dat het hem gelukt is. Geluk dus!

Er is geen tussenweg. Toen niet. Nu niet!

- En daar waar wij concessies doen, concessies omdat het een moeilijk vak is soms, zullen wij de homeopathie verliezen.
- Wanneer we suggereren Hahnemann te volgen en vervolgens er andere therapieën en zogenaamde -veel geldvragende- ondersteunende middelen proberen in te voegen, zullen onze praktijken niet, of slechts tijdelijk, lopen.
- Als we op zoek blijven naar nieuwe middelen en andere methoden dan Hahnemann bedoelde en beschreef, zullen we alleen maar de leemten in onze eigen ondeskundigheid, proberen te vullen. Zonder basis loopt het net zo hard weer aan de onderkant leeg.
- Indien we niet bereid zijn, opnieuw zijn boeken ter hand te nemen en zijn filosofie te bestuderen en te absorberen, letter voor letter, zullen we ons de homeopathie nooit eigen kunnen maken.
- Blijven we gevangen in de bekrompenheid van eigenbelang en onze onkundige interpretaties van Organon en Chronische Ziekten, dan zijn we onze eigen tegenwind in verleidelijke, vermeende “nieuwe” ontwikkelingen.
- Zijn we niet bij machte deze wetenschappelijke methode ook als wetenschap uit te dragen door onze latten hoog te leggen, dan bereikt de homeopathie nooit de erkenning die zij verdient.

Dan zal inderdaad de homeopathie ten dode opgeschreven zijn. Schrijnend armoedig dus….

Citaat:
“De zin en het zijn van Hahnemann waren op de wet gericht, op dat wat de stroom van de tijd onverstoorbaar trotseert; in zoverre zouden we hem niet naar ónze maatstaf moeten beoordelen, maar ons naar de zijne!”

Herbert Fritsche heeft het overstijgende hogere doel begrepen.
Nu wij nog!

Marja Roozendaal


Terug naar boven


Hetty Barendregt in Dynamis, maart 2008:

In dit boek met als ondertitel ‘Idee en werkelijkheid van de homeopathie’ beschrijft Herbert Fritsche (1911-1960) het leven van Dr. Samuel Hahnemann. Hij beschrijft de biografie vanuit het bekend zijn met de betekenis van Hahnemann, als grondlegger van de klassieke homeopathie, voor wie het IDEE van ‘Helper van de lijdende mens met de geneesKUNST’ de leidende rode draad in het leven was.
Zijn IDEE noemde Hahnemann uiteindelijk Homoeopathie omdat het genezende middel zich kalm en fijnzinnig invoegt in het proces, dat al gaande is binnen de patiënt, en dat van binnenuit richting geeft aan genezing door een geneesmiddelziekte op te wekken, die de aanwezige ziekte neutraliseert. Dit in tegenstelling tot wat dan noodzakelijkerwijs ‘allopathie’ genoemd dient te worden en die zich met onderdrukken door grote doses en met constante herhaling van grote doses wil ontdoen van niet welgevallige symptomen.

Nimmer versagen
Zijn vasthouden aan de zuiverheid van het IDEE bracht hem grote bekendheid maar ook ongelofelijk veel afgunst, achterklap en zeer grote tegenwerking. Niet in de laatste plaats van personen, die eerst zijn volgelingen waren, maar die het smalle pad naar het einddoel niet konden of wilden volgen en compromissen aangingen met de reguliere allopathische universitaire geneeskunde, die bestond uit theoretische beschouwingen en vaak niet gestaafd werd met bevindingen aan het bed.
Zoals alle grote vernieuwers kon hij rekenen op tegenwerking, onbegrip, jaloezie, omdat volgen van een diep geworteld IDEE tegenstand oproept. Hahnemann versaagde nooit! De zuiverheid van het IDEE was voor hem zo belangrijke dat aardse status hem minder belangrijk voorkwam dan het verlaten van de weg van het volgen en vorm geven aan dit IDEE, dit hoge principe van genezen door het Simile, liever nog het Similibus, het meest gelijkende.
Van hoogleraarschappen, waarnaar hij geworven had, werd uiteindelijk steeds afgezien omdat dit hem zou afleiden van de weg naar uitvoering geven aan het IDEE, ook al leed zijn gezin en de relatie met zijn vrouw ernstig onder de armoede, de strenge bezieldheid van de man en vader en het trekken langs ’s heren wegen van hot naar haar.

Van bedelaar tot profeet
Tot aan het begin van de 19e eeuw, wanneer hij zich met zijn gezin in Torgau vestigt, is er alleen maar sprake van een zwervend bestaan. Deels om zich te bekwamen, maar voor een groot deel omdat hij nauwelijks gehoor vond of zelfs ernstige tegenwerking op allerlei niveaus ondervond en zelfs weggejaagd werd.
In 1801 is daar het begin van een geregeld leven. Tot die tijd had Hahnemann zich in grote aantallen geschriften tot zijn vakbroeders gewend met de vraag zich open en onbevooroordeeld te willen opstellen ten aanzien van de homeopathie, en om zelf zich van de waarheid van het toepassen van het Simile te overtuigen door aan het ziekbed waar te nemen en kennis te nemen van het symptoombeeld van geneesmiddelen door deze te bestuderen.
Nooit kreeg hij respons. Kennelijk was het te veel werk, afgunst of wat dan ook, maar een reactie op niveau over ziektesymptomen en onderzoek van enkelvoudige geneesmiddelen is hem nooit geworden. Liever hield men het op theorieën, die overigens van decennium tot decennium bijgesteld of verworpen moesten worden. In Torgau is Hahnemann door onderzoek zo ver gekomen dat hij zijn goed onderbouwde bevindingen vastlegt in de voorloper van het Organon. Was hij voorheen meer de bedelaar om respect voor de Wet van het Simili, later profeet, nu werd hij degene die de Wet van het Simile vastlegde en hield hij op zijn vakbroeders op te roepen. Hij ging zijn eigen weg.
Hij was dermate overtuigd van de Waarheid van het Idee van het Simile, dat hij de artsen die compromissen wilden aangaan ‘halfhomeopaten’ noemde, waaraan hij een ontzettende hekel had, en die hij niet naliet op woedende toon toe te spreken.

Kijvende Xantippe
Voor het eerst kwam er pecunia binnen en kon het gezin een redelijk, goed burgerlijk bestaan leiden. Hoewel zijn vrouw in latere jaren door de studenten, die ’s avonds thuiskwamen, een ‘kijvende Xantippe’ genoemd werd, keek de man - die in zijn werk en zoektocht zich altijd strikt hield aan ‘het waarnemen van de realiteit, van zowel de ziekte als de geneesmiddelen, omdat het geestelijke zich op het aardse vlak uitdrukt in het bestaande, dat hier en nu en niet erachter aanwezig is’ - voor één keer ‘achter’ het nare beeld van zijn vrouw zoals zijn studenten haar zagen, en noemde hij haar: ‘de edele gezellin van mijn artiestenleven’.
Door de naderende komst van Napoleon Bonaparte, van wie hij niet veel goeds te verwachten had, werd de familie gedwongen te verkassen. Hahnemann trok ten anderen male met zijn gezin naar Leipzig, waar een hoogleraarschap volgde, maar waar de verguizing ook steeds op de loer lag, zoals hij bij eerdere gelegenheden al ervaren had. Uiteindelijk ging hij naar Köthen. Hier beleefde Hahnemann aanvankelijk een zeer goede periode in zijn leven. Maar de kwestie van de hoge potenties en nog meer het spreken over psora, als principe dat als een sluier over het genezen ligt, bracht steeds meer eenzaamheid en feitelijke polemiek.

Onbekommerde tijd
Een tijd na het overlijden van zijn vrouw Henriëtte verkoopt Hahnemann alles en beleeft naast zijn tweede, zeer jonge vrouw, de Française Melanie d’Hervilly-Gohier, in Parijs een onbekommerde tijd. Hij wordt geroemd en geëerd en hij kan aanvallen vanuit Duitsland met name vanuit Leipzig terzijde leggen, alsof het hem niet meer raakt. Hij leeft zijn IDEE, wat hem gelukkig maakt.

Levenslopen
In de Appendix worden de levenslopen van elf personen gegeven, die een al dan niet positieve rol speelden in het leven van Dr. S. Hahnemann: Dr.Johann Ernst Stapf; Dr. Clemens Franz Maria von Bönninghausen; Dr.Constantine Hering; Dr.Arthur Lutze; Dr.Johann Joseph Lux; Dr.Carl Friedrich Zimpel; Dr. Wilhelm Heinrich Schøßler; Dr.Gustav Jaeger; Dr.Paul Dahlke; Dr.Friedrich Gisevius en Dr.Emil Schlegel.
Tijdens een pauze bij het lezen van het boek, na het gedeelte over verbrandingen, waar Prof. Dr. Dzondi uit Halle in een essay schrijft: ‘Het enige zekere middel om verbrandingen van iedere graad snel en pijnloos te genezen is koud water’, waarop Hahnemann wel MOET antwoorden, krijg ik onmiddellijk de gelegenheid de opvatting en de ervaring van Hahnemann in praktijk te brengen, wanneer ik een beker kokend water over mijn onderarm en elleboog krijg. Hete doeken trekken in de betrekkelijk korte tijd van twintig minuten de brand uit de aangedane plekken weg.

Geconstrueerde volzinnen
In deze biografie belicht Herbert Fritsche op erudiete wijze de verschillende fasen in het leven van Dr. Samuel Hahnemann bezien vanuit de kennis die men nu heeft over de statuur van Hahnemann. Hij beziet het leven van Hahnemann vanuit een geesteswetenschappelijk perspectief, waarbij hij bij de werkelijkheid blijft. Fritsche doet dit in lange, mooi geconstrueerde volzinnen en vlecht daar kennis van de Groten van Europa van die tijd en van de Europese literatuur als vanzelfsprekend in. Door de lange volzinnen is het echter niet een makkelijk te lezen boek.
Het mooi gebonden boek met ingenaaide bladwijzer is een uitgave van De Woudezel en is voortreffelijk vertaald door Elke Bussler. Voor wie mooie zinsconstructies en erudiete taal een plezier is, is dit boek een aanrader. Mijns inziens hoort een gedegen biografie van een zo integer man als Dr. Samuel Hahnemann in de bibliotheek van elke klassiek homeopaat thuis.

Hetty Barendregt

Terug naar boven